■ Camera
Als u de camera wilt gebruiken, draait u het onderste deel van de
telefoon om de cameramodus te activeren. Zie “Cameramodus”
op pag. 20. U kunt ook
Menu
>
Media
>
Camera
selecteren.
Druk op
of
als u wilt in- of uitzoomen. Druk op
om het beeld
vast te leggen. Het beeld wordt opgeslagen in de map
Afbeeldingen
in
de
Galerij
en wordt direct weergegeven. Als u wilt terugkeren naar de
zoeker, selecteert u
Terug
. Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op de
wistoets.
Als u een reeks foto's wilt maken, selecteert u
Opties
>
Reeksmodus
>
Aan
. Wanneer u op
drukt, maakt de camera met korte tussenpozen
zes foto's die in een raster worden weergegeven.
Als u bij weinig licht de nachtmodus wilt gebruiken, selecteert u
Opties
>
Nachtmodus
>
Aan
.
Als u de timer wilt gebruiken, selecteert u
Opties
>
Zelfontspanner
en
de tijd die de camera moet wachten voordat er een foto wordt gemaakt.
Druk op
om de timer te starten.
Als u de witbalans of kleurtoon wilt aanpassen, selecteert u
Opties
>
Aanpassen
>
Witbalans
of
Kleurtoon
.
Als u een video wilt opnemen, drukt u de navigatietoets naar rechts
om de videomodus in te schakelen en drukt u op
om de opname
te beginnen.