■ Spraakopdrachten
U kunt contacten bellen en telefoonfuncties uitvoeren door opdrachten
uit te spreken.
De telefoonfuncties die u met een spraakopdracht wilt activeren, kunt
u selecteren met behulp van
Menu
>
Instrumenten
>
Spraakopdr.
.
De spraakopdrachten voor het wijzigen van profielen bevinden zich
in de map
Profielen
.
Als u voor een toepassing een nieuwe spraakopdracht wilt activeren,
selecteert u
Opties
>
Nieuwe toepassing
en de toepassing.
Voor het beheren van spraakopdrachten gaat u naar een functie,
selecteert u
Opties
en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Opdracht wijzigen
of
Toep. verwijderen
- De spraakopdracht van de
geselecteerde functie wijzigen of uitschakelen.
Afspelen
- De geactiveerde spraakopdracht afspelen.
Zie “Spraakgestuurde nummerkeuze” op pag. 28 voor informatie over
het gebruik van spraakopdrachten.
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in
een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle
omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Als u instellingen voor spraakopdrachten wilt wijzigen, selecteert u
Opties
>
Instellingen
en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Synthesizer
- De tekst-naar-spraak syntheziser in- of uitschakelen
die de herkende spraakopdracht uitspreekt.
Spraakaanp. herstellen
- De stemaanpassingen opnieuw instellen.
De telefoon past zich aan de stem van de gebruiker aan om de
spraakopdrachten beter te herkennen.
I n s t r u m e n t e n
95